dinsdag 13 maart 2012

Back to the fifties

Bedankt voor ons prettige gesprek! Vooral omdat u zo overtuigd bent van de stimulerende werking van een overheid ‘die niet zo snel meer de helpende hand aan gehandicapten toesteekt’, bent u voor de gemeente een gouden kracht in deze barre tijden!
Ondanks uw geduldige uitleg is het helaas niet helemaal gelukt om mij te laten ‘omdenken’. Ik blijf erbij dat ik het niet vreemd vind dat mensen die een aanspraak doen op de Wmo of andere hulpverlenende instantie, juist hun problemen op tafel leggen. En dat dat geen weerspiegeling is van hun levenshouding in het algemeen. Ik zou erg moeten lachen als er op een aanvraagformulier gevraagd wordt naar de mogelijkheden van de betrokkene zonder te vragen wat zijn uw beperkingen?
Tja, en dan de manier van hulpvragen in het algemeen, hè? U vertelde dat uw buurvrouw in geval van ziekte vast wel wat boodschappen voor u wil meenemen. En u ging nog een stapje verder door te stellen dat u zich, als die ziekte chronisch zou zijn, totaal niet bezwaard zou voelen om bij haar aan te kloppen voor permanente, vrijwillige hulp. Want deze buurvrouw moet – in uw eigen woorden – ‘toch ook voor zichzelf om boodschappen’? Toen ik tegenwierp dat ik me erg ongelukkig en afhankelijk zou voelen als ik op die manier naar de buren moest, begreep u mij duidelijk niet. Sorry, maar dat vond ik toch echt jammer…
Verder merkte u op dat vroeger, vóórdat de verzorgingsstaat opgebouwd werd, dergelijke mantelzorg veel vanzelfsprekender was. En dat de (linkse) verzorgingsstaat ons asocialer heeft gemaakt. “Nu denkt iedereen maar recht op hulp te hebben… Dát moet veranderen, want de overheid gaat voortaan pas bijspringen in uiterste nood, als alle mogelijkheden binnen het eigen sociale netwerk benut zijn,” stelde u. Het kostte me wel wat moeite om u te volgen. Maar uiteindelijk begreep ik dat het afbreken van de verzorgingsstaat een typisch sociaal gebaar is van de regering en dat het de solidariteit ten goede zal komen. Kort samengevat: vooruitgang betekent in dit geval een jaartje of vijftig terug in de tijd.
Tot slot even dit. Ik maak me toch wat zorgen om die indicatie voor de huishoudelijke hulp. Ik zou het inperken van die hulp erg vervelend vinden (maar ik ben dan ook nog maar een beginneling in positief omdenken): denkt u dat u, gezien mijn mogelijkheden, mijn indicatie huishoudelijke zorg intact zult laten?

Ik hoor graag van u.
Zonnige groeten!

maandag 12 maart 2012

Beste Wmo-ambtenaar

Wat heerlijk dat de gemeente mij eindelijk gaat zien in termen van ‘een vrouw met mogelijkheden’. Ook het UWV heeft laatst de omslag gemaakt van ‘niet kijken naar wat iemand niet kan’ naar ‘kijken naar wat iemand wél kan’. Wat mij betreft was dat een groot succes. Van 100 procent arbeidsongeschikt werd ik prompt 0 procent arbeidsgeschikt.
Ik kijk ernaar uit om morgen van u te horen wat ik voortaan zélf kan gaan doen in het huishouden. U ziet in mijn dossier staan dat ik 24/7 op bed lig, niet kan zitten, staan of lopen, en een zeer beperkte armfunctie heb. Maar ik ben natuurlijk niet getraind in dat positieve denken, dus misschien dat ik dáárom betrekkelijk weinig mogelijkheden zie in schoonmaaktaken en dergelijke. Alleen al om die reden wordt deze herindicatie vast een heel leerzame ervaring.
Verder lees ik tot mijn vreugde in uw brief dat deze herindicatie beslist niet is bedoeld om te zien waar op het Wmo-budget beknibbeld kan worden. Bezuinigingen zijn bijzaak, de persoonlijke ontwikkeling stelt u centraal, met als doel om gehandicapten meer te laten participeren in de samenleving. Klinkt goed! Het terugdraaien – waar mogelijk – van het aantal uren thuiszorg lijkt me daartoe een prima uitgangspunt.

Tot morgen!

PS: Kunt u mij een linkje sturen naar een van de vele onderzoeken waaruit blijkt dat wij gehandicapten op grote schaal misbruik maken van de Wmo?